×

Bericht

Παρακαλώ, συνδεθείτε πρώτα
 

Samen met collega’s uit België, Cyprus en Griekenland ontwikkelt de Universiteit Twente een professionaliseringsinstrument om wiskundedocenten vaardiger te maken in formatieve toetsing. Dit laatste houdt in dat leraren uitgebreide informatie vergaren over de onderwijsbehoefte van elke leerling en dat hij op basis van deze informatie zijn instructie aanpast en/of feedback geeft aan de leerling. De verwachting is dat leraren hier door dit project effectiever in zullen worden én dat hiermee de leeruitkomsten van de leerlingen verbeterd zal worden. Om dit doel te bereiken, zal het project:

  • Een model ontwikkelen die de toetsingsvaardigheden van leraren in kaart brengt en het project zal dit model gebruiken om professionele standaarden met betrekking tot formatieve toetsing te definiëren.
  • Valide instrumenten ontwikkelen om de professionele ontwikkelbehoeften van docenten in kaart te brengen en deze instrumenten gebruiken om een professionaliseringsinstrument te ontwikkelen gebaseerd op de assumpties van de Dynamische Aanpak (DA). Deze aanpak erkent het belang van het betrekken van leraren in kritische reflectie op hun eigen lesgeven en het ondersteunen van leraren in het ontwikkelen en toepassen van eigen verbeteringsstrategieën en actieplannen. Deze actieplannen hebben betrekking de professionele behoeften van elke specifieke groep leraren aan en nemen hierbij de bevindingen mee die zijn gevonden door onderzoek op het gebied van formatief toetsen.
  • De impact evalueren van het professionaliseringsinstrument op het verbeteren de toetsingsvaardigheden van de leraren en op het bevorderen van de leeruitkomsten van de leerlingen.
  • De differentiële effecten van het professionaliseringsinstrument met betrekking tot de achtergrondfactoren van leerlingen in kaart brengen en het onderzoeken van mogelijkheden om het instrument niet alleen te gebruiken voor het bevorderen van kwaliteit in de klas, maar ook op het gebied van gelijke kansen voor alle leerlingen.
  • Beleidsrichtlijnen generen met als doel formatief toetsen (inclusief beleid op het professionaliseringsinstrument) en het stimuleren van beleidsmakers om niet alleen het beleid aan te passen, maar ook om mechanismen vast te stellen die leraren zullen ondersteunen bij het gebruik van formatieve toetsing.

Dit project probeert innovatie in het voortgezet onderwijs te bevorderen door het stimuleren van systematisch gebruik van authentieke toetsingstechnieken bij het vak wiskunde voor formatieve doeleinden. Deze toetsingsmethoden kunnen leerlingen helpen om leerbehoeften te identificeren en om actie te ondernemen om deze leerbehoeften te vervullen. Om dit te kunnen te doen, zal dit project voortbouwen op onderzoeksbevindingen en ervaringen op het gebied van beleidsiniatieven in verschillende Europese landen die formatief toetsen belangrijk achten , maar nog steeds summatief georiënteerd zijn. Deze samenwerking helpt ons niet alleen om beleidsrichtlijnen en een professionaliseringsinstrument te ontwikkelen, maar ook om het professionaliseringsinstrument te evalueren in elk participerende land. Deze evaluatie zal betrekking hebben op de zwakke en sterke punten van het instrument, maar ook de impact bekijken van dit professionaliseringsinstrument op de toetsingsvaardigheden van leraren  en hiermee op de leeruitkomsten van leerlingen.

Door samenwerking van acht verschillende organisaties in vier Europese landen (België, Cyprus, Griekenland, en Nederland) op zowel beleids- en praktisch niveau wordt er getracht innovatie in het onderwijs te promoten. Deze vier landen zijn gekozen op basis van hun kenmerken in de educatieve context, namelijk het toetsingsbeleid- en gebruik. De variatie aan kenmerken zorgen ervoor dat bepaalde moeilijkheden op het gebied van formatieve toetsing onderzocht kunnen worden. Bijvoorbeeld, in België en Nederland is het onderwijsbeleid meer gericht op summatief toetsen en daarom kan er hier meer weerstand verwacht worden op het gebied van formatief toetsen. Daarentegen hebben Cyprus en Griekenland meer klassen met leerlingen met verschillende niveaus en daarnaast hebben zij weinig organisatie op het gebied van een nationaal toetsingsbeleid.

Tot slot, het project probeert beleidsmakers in de verschillende landen te ondersteunen in het omvormen van hun beleid op het gebied van toetsing. Dit gebeurt op verschillende manieren: (a) het genereren van beleidsrichtlijnen door het huidige beleid kritisch te analyseren, en (b) ondersteuning op het gebied van implementatie van de beleidsrichtlijnen en op het gebied van het professionaliseringsinstrument.  Door ondersteuning te geven op deze gebieden kunnen belangrijke stakeholders in dit project (i.e, de beleidmakers, de schooladviseurs en leraren) in staat gesteld worden om formatief assessment te bevorderen bij het vak wiskunde in het voortgezet onderwijs.